Wijzigingen na 01-01-2001
Politie staakt begeleiding exceptioneel transport
Met ingang van 1 januari 2001 is er een eind gekomen aan de politiebegeleiding van exceptionele transporten over de weg. De afgelopen jaren is de rol van de politie op dit gebied steeds verder teruggedrongen door de introductie van de zogenaamde “erkende particuliere begeleiders”. Maar voor de zwaarste categorie transporten is gedeeltelijke politiebegeleiding nog steeds verplicht geweest. Verdere professionalisering van de particuliere begeleiders en landelijke harmonisatie van de ontheffingsrichtlijnen waren voorwaarden voor de KLPD om tot het totaal beëindigen van de politiebegeleiding over te gaan. Op dit moment is het zover. De eisen van de KLPD zijn volbracht, en de Particuliere Begeleiding is werkelijkheid vanaf 1 januari 2001.
In werkelijkheid waren er nog enkele schoonheidsfoutjes, maar men heeft toegezegd dit aan te passen in de loop van 2001. Punten die niet helemaal rond waren zijn de oficiële aanstellingen van de verkeersregelaar door het ministerie en de centrale ontheffingverlening was nog niet helemaal rond.
Ontdanks dat heeft de RDW inmiddels de voorschriften in de ontheffing aangepast. Men zegt mede doordat de KLPD er geen rekening mee heeft gehouden dat 1 januari mogelijk niet alles rond was, was er geen andere mogelijkheid dan de afspraken door te laten gaan.
Deze regel geld alleen voor gemeenten en provincies welke gemandateerd hebben aan de RDW. Enkele Gemeenten en provincie’s die nog hun eigen beleid hebben, kunnen afwijken van deze regels.
Toegevoegd 10-11-2002
Vanaf 1 Januari 2002 geldt voor de bestelauto van de zaak onder bepaalde voorwaarden een bijtelling van 10% van de cataloguswaarde. Deze categorie bestelauto moet naar aard en inrichting beperkt geschikt zijn voor privé-gebruik en moet voldoen aan onderstaande criteria:
Indien de bestelauto van de zaak onder het milde regime van 10% valt en de
bestuurder rijdt naast zakelijke ritten allen woon-werkkm's dan geldt een
percentage van 2,5%. Bij deze categorie bestelauto wordt dus onderscheid gemaakt
tussen echte privé-km's en woon-werkkm's. Daarnaast is de cataloguswaarde
afgetopt tot maximaal Eur. 18.000,-.
De maximale bijtelling bedraagt dus Eur.
450,- per jaar. De werkgever mag de werknemer ook compenseren en het bedrag van
de bijtelling tegen enkelvoudig tarief in de eindheffing betrekken ofwel
maximaal Eur. 225,-.
Voor de auto van de zaak, en dus ook de bestelauto die niet valt onder het milde regime van 10%, bijvoorbeeld de bestelauto met dubbele kabine, gelden de volgende percentages:
Bijtelling | 2002 | 2003 | 2004 en verder | |||
0% | 0 t/m 500 | 0 t/m 500 | 0 t/m 500 | |||
10% | 501 t/m 3.000 | 501 t/m 3.500 | 501 t/m 4.000 | |||
15% | 3.001 t/m 6.000 | 3.501 t/m 7.000 | 4.001 t/m 8.000 | |||
20% | 6.001 t/m 8.000 | 7.001 t/m 9.000 | 8.001 t/m 10.000 | |||
25% | meer dan 8.000 | meer dan 9.000 | meer dan 10.000 |
2002 | 1/3 van de woon-werkkm's tot maximaal 5.500 km is privé | ||
2003 | 2/3 van de woon-werkkm's tot maximaal 8.500 km is privé | ||
vanaf 2004 | woon-werkkm's zijn privé |
De regelgeving van de auto van de zaak is niet van toepassing op de bestelauto met één stoel die door aard en inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is voor goederen vervoer.
Bijvoorbeeld: | service-auto met één stoel en alleen plaats voor gereedschappen |
Bijtelling: | Werkelijk aantal privé-km's maal werkelijke kmprijs. |
Woon-werkkm's zijn km's die in verband met regelmatig woon-werkverkeer worden gemaakt. Van regelmatig woon-werkverkeer is sprake indien de werknemer tenminste één maal per week heen en weer reist tussen de woning en de arbeidsplaats en binnen een tijdsbestek van 24 uur zowel heen als terug reist. Indien een werknemer op ten minste 60 dagen van zijn woning naar een bepaalde arbeidsplaats reist, wordt aangenomen dat hij tenminste één maal per week pleegt te reizen en is (mits ook binnen 24 uur heen en terug wordt gereisd) sprake van regelmatig woon-werkverkeer.
De berijder kan met behulp van een sluitende rittenregistratie het weinige privé-gebruik aantonen.
Let op: | de inspecteur kan vragen om de rittenregistratie nader toe te lichten voor de bestelauto (voor de bijtelling van 10% hoeft geen rittenregistratie te worden bijgehouden.) | |
Advies: | bewaar agenda's, brandstof- en garagenota's, orderbriefjes e.d. | |
Hulpmiddel: | Black box of ander km-registratiesysteem |
Ook kan op andere wijze het weinige privé-gebruik worden aangetoond.
Bijvoorbeeld: de werkgever geeft een verklaring af dat de bestelauto van de
zaak maximaal voor 500 privé-km's mag worden gebruikt (0% bijtelling). Voor meer
informatie zie website Truckdealer.
Voor de berijder die met een auto van de zaak in het kader van een carpoolregeling woon-werkkm's aflegt, mag onder bepaalde voorwaarden deze woon-werkkm's als zakelijke km's aanmerken. Voor meer informatie zie website Truckdealer.
Individuele vragen: BOVAG-informatiecentrum: Tel. 030-659 53 00
Website:
Truckdealer.
(Stand van zaken op 2 april 2002, wijzigingen voorbehouden)